sufficiënt
- Geluid: sufficiënt (hulp, bestand)
- suf·fi·ci·ent
- uit het Latijn [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sufficiënt | sufficiënter | sufficiëntst |
verbogen | sufficiënte | sufficiëntere | sufficiëntste |
partitief | sufficients | sufficiënters | - |
1.
- Het woord sufficiënt staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sufficiënt" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
87 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ sufficiënt op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be