ontoereikend
- Geluid: ontoereikend (hulp, bestand)
- IPA: /ɔntuˈrɛikənt/
- on·toe·rei·kend
- afgeleid van toereikend met het voorvoegsel on- [1]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | ontoereikend | ontoereikender | ontoereikendst |
verbogen | ontoereikende | ontoereikendere | ontoereikendste |
partitief | ontoereikends | ontoereikenders | - |
ontoereikend
- onvoldoende, niet genoeg zijnd
- Ook in Nederland oordeelde de rechter dat de klimaatdoelen ontoereikend waren. [2]
- Het woord ontoereikend staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "ontoereikend" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ www.nu.nl (5 mei 2021)
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be