Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • stu·den·ten·stop
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord studentenstop studentenstops
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

studentenstop m [1]

  1. (onderwijs) niet meer studenten tot een studie toelaten dan een bepaald aantal
    • Uitzonderlijk zetten de scholen al een rem op de groei. ‘Het mag niet, maar ik heb al een studentenstop op een opleiding gezet, met name vroedkunde', zegt Eric Halsberghe, directeur van de Katho in West-Vlaanderen en ondervoorzitter van de Vlhora. ‘We konden niet iedereen de noodzakelijke stage garanderen.'[2] 
    • Technische studies lassen studentenstop in: Het volgende collegejaar gaan de vier technische universiteiten een numerus fixus instellen voor acht studies. Dat is bijna een verdubbeling ten opzichte van dit jaar.[3] 
    • De V&VN wil dat er een einde komt aan de numerus fixus, die opleidingen enkele jaren terug hebben ingesteld vanwege een tekort aan stageplaatsen. Die studentenstop leidt er weer toe dat de tekorten oplopen.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 13 OKTOBER 2011 Tom Ysebaert
  3. Tubantia 10-JANUARI-2017
  4. Volkskrant Peter van Ammelrooy 11 februari 2017