strotklepje
- Geluid: strotklepje (hulp, bestand)
- strot·klep·je
- samenstelling van strot en klepje
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strotklepje | strotklepjes |
verkleinwoord | - | - |
het strotklepje o
- (anatomie) een dun, dekselachtig kraakbeenklepje, bedekt met een slijmvlies, dat zich aan de basis van de tong bevindt
1. een dun, dekselachtig kraakbeenklepje, bedekt met een slijmvlies, dat zich aan de basis van de tong bevindt
- Het woord 'strotklepje' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.