strafzaak
- straf·zaak
- samenstelling van straf en zaak
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | strafzaak | strafzaken |
verkleinwoord | strafzaakje | strafzaakjes |
- (juridisch) een rechtszaak die door de strafrechter behandeld wordt
- De strafzaak werd geseponeerd.
- ▸ De grote strafzaken namen hijzelf en Lars Silbermann natuurlijk voor hun rekening, een juridisch medewerker kon alleen in onbelangrijke zaken pro-deoadvocaat zijn, rijden onder invloed, snelheidsovertredingen, belediging en dat soort dingen.[1]
1. een rechtszaak die door de strafrechter behandeld wordt
- Het woord strafzaak staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "strafzaak" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Jan Guillou (vert. Bart Kraamer)“1968, De grote eeuw deel 7” (2017), Uitgeverij Prometheus , ISBN 9789044633535
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be