stoethaspel
- Geluid: stoethaspel (hulp, bestand)
- stoet·has·pel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | stoethaspel | stoethaspels |
verkleinwoord |
- (scheldwoord) een onhandig en/of lomp persoon die veel brokken maakt
- Federer speelde gretig, bliksemsnel, geïnspireerd en vooral zéér effectief. Met 8 aces, 40 winners, 20 op 23 gewonnen punten aan het net en geen enkele weggegeven breakkans reduceerde hij Berdych, toch niet de eerste de beste, tot een stoethaspel.[4]
- "Als de stoethaspelende Karen Richards was Krijgsman dé verrassing van de DeLaMar-muziektheaterproductie In de ban van Broadway", aldus de jury.[5]
- Wij kunnen een veel leukere woordverkiezing organiseren dan Van Dale en het Genootschap Onze Taal, dacht de Donald Duck. En dus riep het weekblad lezers op te stemmen op het leukste Donald Duck-woord in hun grote Duck-tee-nummer in december. En de winnaar is maandag bekendgemaakt: ‘Verweggistan’. Het haalde het voor ‘schorriemorrie’ en ‘stoethaspel’, met 35 procent van de 5500 stemmen.[6]
- kluns, mislukkeling, dreutel, klojo, klungelaar, kruk, lummel, oliekoek, stoetel, stumper, stuntel, sufferd, stuntelaar
- Het woord stoethaspel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "stoethaspel" herkend door:
83 % | van de Nederlanders; |
64 % | van de Vlamingen.[7] |
- ↑ "stoethaspel" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ stoethaspel op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 21 januari 2017
- ↑ Johan Kaart Prijs voor Bianca Krijgsman en Plien van Bennekom (23 mei 2017) op website: Tubantia.nl
- ↑ NRC Joram Bolle 4 januari 2016
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be