• stig·ma·ti·se·ring
enkelvoud meervoud
naamwoord stigmatisering stigmatiseringen
verkleinwoord

de stigmatiseringv

  1. het iemand of een groep van mensen voorzien van een negatief kenmerk
    • De Canadese regering heeft dinsdag een wetsvoorstel ingediend om transgenders te beschermen tegen discriminatie. Premier Justin Trudeau zei dat alle Canadezen het recht hebben een leven te leiden zonder stigmatisering en vervolging. [1] 
    • Burgerrechtenorganisatie American Civil Liberties Union (ACLU) verklaarde teleurgesteld te zijn dat Gavin weer een schooljaar vol 'stigmatisering' tegemoet kan zien. 'We zijn hoopvol dat Gavin uiteindelijk zal winnen', aldus een advocaat van de organisatie. [2] 
    • ,,Stigmatisering of intimidatie van Gülen-aanhangers, of wie dan ook, is voor Nederland onacceptabel. [3] 
97 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[4]