zelfstigmatisering

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·stig·ma·ti·se·ring
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfstigmatisering zelfstigmatiseringen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfstigmatiseringv

  1. zichzelf voorzien van een negatief kenmerk
     We zien vaak dat mensen ook last hebben van zelfstigmatisering. Hierbij vul jij al in wat anderen van je problemen denken en wat ze daardoor van jou denken.[1]
     De inhaalslag die arbeiderskinderen vanaf de jaren zestig maakten op de universiteit, is niet weggelegd voor mensen met een beperkte intelligentie. Het IQ is de maatschappelijke graadmeter. Deze tweedeling uit zich in uiterlijke kenmerken als tatoeages. Een vorm van ‘zelfstigmatisering’ volgens Stresemanns vriend Laurens.[2]

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Maak mentale problemen bespreekbaar” (27 jan. 2017), De Telegraaf
  2.   Weblink bron “Pilletje voor het brein” (09/0/2010), HP de Tijd