Nederlands

 
malariamug één van de steekmuggen
Uitspraak
Woordafbreking
  • steek·mug
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord steekmug steekmuggen
verkleinwoord steekmugje steekmugjes

Zelfstandig naamwoord

steekmug v/m [1]

  1. (tweevleugeligen) Culicidae   mug uit een familie van langpotige insecten die leven van het bloed van dieren en die op die manier ziekten kunnen verspreiden
    • Steekmuggen deden zich aan haar te goed, ze zat onder de luizen en een parasiet verzwakte haar lichaam van binnenuit. De mazelen hadden de ziel van Klara, de voormalige bewoonster van mijn nieuwe lichaam, heengezonden, en het duurde drie dagen voordat ik mezelf voldoende had psychogenezen om mijn omgeving eens goed in ogenschouw te kunnen nemen. [2] 
    • Het is middag. Ze waden nu door het stroompje, aan weerszijden zijn de oevers begroeid met ondoordringbaar struikgewas. Het is heet, zwermen van steekmuggen omringen hen en migreren mee naar het zuidwesten. De Yarmuk is lauw rond hun enkels en kuiten, zijn lemen oevers worden hoger en steiler, slik puilt tussen hun tenen omhoogt en zuigt hij elke stap aan hun zolen. [3] 
    • Voor hun winterreces moeten de vrouwtjesmuggen nog één keer eten. Lees: mensen steken en hun bloed drinken. En omdat het haar laatste maaltijd van het jaar is, propt de steekmug zich extra vol. Op haar winterschuilplaats gaat ze dan in een soort vegetatieve modus, om volgend voorjaar weer haar eitjes in de dichtstbijzijnde plas te leggen. En daar komen zeker vruchtbare mannetjes uit.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Mitchell, David
    Tijdmeters Vertaald door Harm Damsma en Niek Miedema [1988] ISBN 978-90-468-1748-3 pagina 443
  3. Driessen, Martin Michael
    Vader van God [2012] ISBN 978-90-284-2478-4 pagina 194
  4. de Standaard 12 OKTOBER 2016