stapeldol
- sta·pel·dol
stellend | |
---|---|
onverbogen | stapeldol |
verbogen | stapeldolle |
partitief | stapeldols |
stapeldol
- helemaal gek, zeer opgewonden of krankzinnig
- Hij werd er stapeldol van.
- Het woord stapeldol staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.