Nederlands

 
tijdens een springconcours
Uitspraak
Woordafbreking
  • spring·con·cours
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord springconcours springconcoursen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

springconcours m/o [1]

  1. (sport) (paardrijden) wedstrijd waarbij bereden paarden over hindernissen springen
    • Terwijl hun vrouwen een glaasje dronken met Juliana, werd de prins dan steevast omringd door een inner circle van heren uit het verzet en zijn andere genootschappen. In 1948 bestond het feest uit een springconcours op het sportveld bij Soestdijk. [2] 
    • Aan klinkende namen ontbrak het niet rond de bestuurstafel. Op de knop duwden onder meer ex-EU-commissaris Karel De Gucht, de in het paardencircuit bekende veearts Leo De Backer (vader van staatssecretaris Philippe De Backer), Dominic De Backer (broer van Philippe), Gilles Buchmann (kleinzoon van Jacky Buchmann), Bart Turtelboom (broer van ex-minister Annemie Turtelboom) en Jan Tops, een paardensportliefhebber die goud won met de Nederlandse ploeg in het springconcours-evenement op de Olympische Spelen in Barcelona in 1992.[3] 
    • Burgemeester Henk Robben reikte zaterdagavond de speld uit in manege De Vossenbos. Dat gebeurde voorafgaand aan het springconcours De Grote Prijs van Wierden. Burgemeester Robben prees Van Dijks verdiensten. „Wierden is in de paardensport internationaal bekend.[4] 
Synoniemen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Withuis, Jolande
    Juliana [2016] ISBN 978-90-234-3523-5 pagina 345
  3. de Standaard 17 december 2016
  4. Tubantia H. Bouwhuis 5 november 2017