spikkelig
- spik·ke·lig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | spikkelig | spikkeliger | spikkeligst |
verbogen | spikkelige | spikkeligere | spikkeligste |
partitief | spikkeligs | spikkeligers | - |
spikkelig [1]
- met kleine stippels, met kleine vlekjes
- Het woord spikkelig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "spikkelig" herkend door:
87 % | van de Nederlanders; |
71 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be