• IPA: /sɲiːʒɪt sɛ/
  • sní·žit se
  • Samenstelling van het werkwoord snížit en het voornaamwoord se

snížit se perfectief  wederkerend    

  1. verlaagd worden
    «Zeď se snížila o 10 cm.»
    De muur is met 10 cm verlaagd.
  2. zakken
    «Nezaměstnanost ve prvním čtvrtletí se snížila na 11 procenta.»
    De werkeloosheid is in het eerste kwartaal tot 11 procent gezakt.
  3. zich verlagen
    «Nestojí za to abych se k němu snížila
    Het is het niet waard dat ik me tot zijn niveau verlaag.
  1. snižovat se imperfectief
  2. snižovat se imperfectief, zmenšovat se imperfectief / zmenšit se perfectief
  3. snižovat se imperfectief
  1. zvýšovat se imperfectief / zvýšit se perfectief