smetten
- smet·ten
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
smetten |
smette |
gesmet |
zwak -t | volledig |
de smetten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord smet
vervoeging van |
---|
smetten |
smetten
- meervoud verleden tijd van smetten
- Wij smetten.
- Jullie smetten.
- Zij smetten.
- Wij smetten.
- Het woord smetten staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "smetten" herkend door:
91 % | van de Nederlanders; |
63 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.