sluitkool
- sluit·kool
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sluitkool | sluitkolen |
verkleinwoord |
- (voeding) Brassica koolsoort waarvan de bladen van het bladgewas zich dicht opeen over het groeipunt sluiten en zo de eigenlijke kool vormen
- ▸ Daar komt bij dat de stoere sluitkool niet moeilijk doet over een beetje barre temperaturen; hij doorstaat winterweer waardoor zelfs Piet Paulusma jammerend zijn studio wordt ingejaagd.[2]
- ▸ In West-Vlaanderen is de impact groter, omdat daar heel wat meer vollegrondsteelt verhandeld wordt, zoals jonge sluitkolen, aardappelen en prei.[3]
1. koolsoort waarvan de bladen van het bladgewas zich dicht opeen over het groeipunt sluiten en zo de eigenlijke kool vormen
- Het woord sluitkool staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sluitkool" herkend door:
25 % | van de Nederlanders; |
27 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Weblink bron Matthijs Meeuwsen“Rodekool in pot, blik of pak: deze komt als beste uit de test” (12-12-2018,), Tubantia
- ↑ Weblink bron rdc“Waarom u zo veel betaalt voor een bakje aardbeien en courgetten” (10/07/2017), De Standaard
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be