Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • slan·gen·gif
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord slangengif slangengiffen
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het slangengifo

  1. (dierkunde) door sommige pootloze reptielen bij het bijten afgescheiden vloeistof om een prooi of belager te doden of verlammen
     De onderzoekers bouwden voort op eerder onderzoek dat slangengif toevoegde aan een lijm op basis van gelatine.[2]
Synoniemen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Dorine Schenk
    “Medische superlijm met slangengif stopt bloeding binnen een minuut.” (3 augustus 2021) op newscientist.nl