siroop
- si·roop
- via Middelnederlands siroop, Frans sirop en middeleeuws Latijn siropus van Arabisch شراب (šarāb) "drank"; in de betekenis van ‘dikke vloeistof’ aangetroffen vanaf 1240 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | siroop | siropen |
verkleinwoord | siroopje | siroopjes |
- (voeding) (drinken) dikke, zeer zoete vloeistof (want praktisch alleen uit suiker bestaand)
- drank gemaakt door bovenstaande vloeistof aan te lengen met water
- stroop (uitspraakvariant)
- Het woord siroop staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "siroop" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[4] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.