stroopachtig

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  stroopachtig    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• stroop·ach·tig

Woordherkomst en -opbouw

• afgeleid van stroop met het achtervoegsel -achtig

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	stroopachtig	stroopachtiger	stroopachtigst
verbogen	stroopachtige	stroopachtigere	stroopachtigste
partitief	stroopachtigs	stroopachtigers	-

Bijvoeglijk naamwoord

stroopachtig

1. gelijkend op, of eigenschappen hebbend van stroop

   • Nadat we de motor hadden opgemaakt kwam er een stroopachtige vloeistof uit lekken die vroeger waarschijnlijk motorolie was geweest. 

Synoniemen

• plakkerig, half-vloeibaar

Gangbaarheid

• Het woord stroopachtig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.