Nederlands

 
1. Een silhouet van W.H. Teding van Berkhout   uit 1796.
Uitspraak
Woordafbreking
  • sil·hou·et
Woordherkomst en -opbouw
  • eponiem, van Frans  silhouette zn , genoemd naar de 18e eeuwse Franse minister van Financiën E. de Silhouette  ; in de betekenis van ‘schaduwbeeld’ voor het eerst aangetroffen in 1824 [1] [2] [3]
    Volgens sommigen was het maken van portretten in silhouet een belangrijk tijdverdrijf voor De Silhouette, anderen leggen een verband met de drastische besparingen die hij wilde doorvoeren en het gegeven dat een portret "a la silhouette" relatief goedkoop was.
enkelvoud meervoud
naamwoord silhouet silhouetten
verkleinwoord silhouetje silhouetjes

Zelfstandig naamwoord

het silhoueto

  1. afbeelding van een ondoorzichtig object (zoals een persoon, voorwerp, gebouw of vogel) dat sterk contrasteert met de achtergrond en zo een duidelijke vorm heeft, maar verder egaal van kleur is (in het algemeen zwart of grijs), doordat er weinig licht opvalt dat gereflecteerd zou kunnen worden, in verhouding tot de helderheid van het achtergrondlicht
    • Een veelvoorkomende omstandigheid waarbij men silhouetten ziet is rond zonsondergang, bij het kijken in de richting waarin de lucht nog licht is. 
    • Albert kijkt omhoog. Daar, op de rand van het gat recht boven hem, rijst trots het lange silhouet van luitenant Pradelle op als de engel des doods. [4] 
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[5]

Meer informatie

Verwijzingen