schaduwbeeld
  • scha·duw·beeld
enkelvoud meervoud
naamwoord schaduwbeeld schaduwbeelden
verkleinwoord schaduwbeeldje schaduwbeeldjes

het schaduwbeeldo [1]

  1. de geprojecteerde schaduw van een voorwerp op een vlak
     Zonder enige menselijke toevoeging of vervorming uitgeknipt staarde het schaduwbeeld op hem neer als een nog levende afsplitsing van hemzelf, een masker dat hem ooit zomaar zou kunnen aanspreken, een dubbelganger.[2]
     De internationale autoshow van Detroit staat voor de deur, dus druppelt het nieuws langzaam binnen. Infiniti plaagt alvast met een schaduwbeeld van wat een buitengewoon fraaie coupé lijkt te zijn.[3]
  2. schijnafbeelding
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Gewassen vlees”   (1994), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9021479737
  3.   Weblink bron
    REMCO SLUMP
    “Infiniti Q60 concept wordt Lexus RC-concurrent” (12 dec. 2014), De Telegraaf