significant
- Geluid: significant (hulp, bestand)
- IPA: /sɪχnifiˈkɑnt/
- sig·ni·fi·cant
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | significant | significanter | significantst |
verbogen | significante | significantere | significantste |
partitief | significants | significanters | - |
- Leenwoord uit het Latijn, in de betekenis van ‘veelbetekenend’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1650 [1]
significant
- (wetenschap) belangrijk
- (statistiek) wat groter is dan wat op grond van de toevallige fout verwacht kan worden
- Gewoonlijk neemt men een zekerheid van 95% als grens bij het bepalen van wat men significant noemt of niet.
1. belangrijk
- Het woord significant staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "significant" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "significant" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be