sidoer
- si·doer
- Herkomst: Hebreeuws, letterlijk: 'ordening, rangschikking' [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | sidoer | sidoeriem |
verkleinwoord |
- (Jiddisch-Hebreeuws) dagelijks gebedenboek
- Het woord 'sidoer' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.