rangschikking
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rang·schik·king
Woordherkomst en -opbouw
- Naamwoord van handeling van rangschikken met het achtervoegsel -ing[1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rangschikking | rangschikkingen |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de rangschikking v
- het rangschikken (systematisch ordenen volgens een bepaald systeem)
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen
1.
Gangbaarheid
- Het woord rangschikking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.