eindrangschikking
- eind·rang·schik·king
- samenstelling van eind zn en rangschikking zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | eindrangschikking | eindrangschikkingen |
verkleinwoord |
de eindrangschikking v
- (sport) het eindklassement bij een toernooi of serie wedstrijden
- ▸ Engeland had in groep I nog één punt nodig om de eerste plaats in eindrangschikking veilig te stellen. Een opdracht die uit tegen San Marino, de hekkensluiter van de wereldranglijst, met gemak volbracht werd.[1]
- ▸ De B-finale werd daarna met overmacht gewonnen door Schulting, De Laat, Selma Poutsma en Jens van 't Wout, goed voor de vijfde plaats in de eindrangschikking in Nagoya.[2]
- ▸ De Olympische Spelen in Tokio eindigden voor tafeltennisster Britt Eerland in de achtste finales. Ze moest haar meerdere erkennen in Doo Hoi Kem, de nummer vijftien van de wereld uit Hongkong. De negende plaats in de eindrangschikking stemde haar niettemin tevreden en trots.[3]
- Het woord eindrangschikking staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Weblink bron “Zwitserland pakt WK-ticket en verwijst Italië naar play-offs” (Maandag 15 november 2021, 22:44), NOS
- ↑ Weblink bron “WB-goud voor Oranje op aflossing, zilver Schulting en De Laat op 1.000 meter” (Zondag 31 oktober 2021, 07:59), NOS
- ↑ Weblink bron “Eerland over 'post-olympische blues': 'Had nergens zin in, nergens energie voor'” (Woensdag 15 september 2021, 13:25), NOS