scrupuleus
- Geluid: scrupuleus (hulp, bestand)
- scru·pu·leus
- Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘nauwgezet’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1611 [1]
- afgeleid van scrupule met het achtervoegsel -eus
- afgeleid van het Franse scrupuleux (met het achtervoegsel -eus) [2] [3]
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | scrupuleus | scrupuleuzer | scrupuleust |
verbogen | scrupuleuze | scrupuleuzere | scrupuleuste |
partitief | scrupuleus | scrupuleuzers | - |
scrupuleus
- zorgvuldig, zeer gewetensvol, nauwgezet
1. zorgvuldig, zeer gewetensvol
- Het woord scrupuleus staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "scrupuleus" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
93 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ "scrupuleus" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Wiktionnaire
- ↑ scrupuleus op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be