schubdier
- schub·dier
- samenstelling van schub zn en dier zn , in de betekenis van ‘insecten etend zoogdier’ aangetroffen vanaf 1761 [1] [2] [3]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | schubdier | schubdieren |
verkleinwoord | - | - |
het schubdier o
- (schubdierachtigen) benaming voor zoogdieren uit de familie Manidae in de orde der schubdierachtigen (Pholidota ) en voorkomend in Afrika en Zuid-Azië
- Chinees schubdier, Indisch schubdier, Javaans schubdier, langstaartschubdier, palawanschubdier, reuzenschubdier, Temmincks schubdier
1. benaming voor zoogdieren uit de familie Manidae
- Het woord schubdier staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ schubdier op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "schubdier" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3