schrijden
- Geluid: schrijden (hulp, bestand)
- IPA: / ˈsxrɛɪdə(n) / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈsrɛɪ̯də(n)/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈsxrɛːdə(n)/
- (Limburg): /ˈsxrɛɪ̯də(n)/
- schrij·den
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
schrijden |
schreed |
geschreden |
klasse 1 | volledig |
schrijden
- ergatief bedachtzaam en statig lopen
- De stoet schreed langs de oude bomen van de prachtige laan.
- aanschrijden, beschrijden, doorschrijden, inschrijden, onderschrijden, overschrijden, voortschrijden
- Het woord schrijden staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "schrijden" herkend door:
94 % | van de Nederlanders; |
90 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ "schrijden" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ schrijden op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be