Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • schrij·den
Woordherkomst en -opbouw
  • In de betekenis van ‘waardig lopen’ voor het eerst aangetroffen in 1276 [1] [2]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
schrijden
schreed
geschreden
klasse 1 volledig

Werkwoord

schrijden

  1. ergatief bedachtzaam en statig lopen
    • De stoet schreed langs de oude bomen van de prachtige laan. 
Verwante begrippen
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

94 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]

Verwijzingen