• scheit
enkelvoud meervoud
naamwoord scheit scheiten
verkleinwoord scheitje scheitjes

scheit

  1. (dierkunde) (onvruchtbaar) jong van een geit en een ram
     Een andere zeldzame variant is de scheit. Dat is de nakomeling van een geitenvrouwtje (sik) en een mannetjesschaap (ram).[2]
  1.   Weblink bron
    Berthold van Maris
    “Ook achter de woorden lullo en aso zit een systeem” (25 juli 2021) op nrc.nl  
  2.   Weblink bron “Zo ziet een gaap eruit” (17 mei 2011) op ad.nl