Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • scheeps·ei·ge·naar
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord scheepseigenaar scheepseigenaren
scheepseigenaars
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de scheepseigenaarm

  1. iemand die één of meer schepen bezit
     `Dat is een mooi teefje, die pointer van jou.'Robert Campbell, de scheepseigenaar uit Leith met zijn harde gezicht, had Bess nagekeken toen ze een lekker geurspoor achternaging. Ík betaal je een goede prijs voor haar.'[1]
     De HMM Algeciras is net als de MSC Gülsün een Koreaans schip. Het werd op 24 april opgeleverd en is 400 meter lang en 61 meter breed. Het schip vertrekt op 6 juni richting Hamburg. Het containerschip vaart tussen Azië en Europa. De Zuid-Koreaanse scheepseigenaar HMM is de negende containerrederij ter wereld.[2]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Main, Sarah
    “Huis van eb en vloed” (2015), A.W. Bruna Uitgevers  , ISBN 9789044974515
  2.   Weblink bron “Grootste containerschip ter wereld meert aan in Rotterdam” (03-06-2020), NOS