sandelhout

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  sandelhout    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• san·del·hout

Woordherkomst en -opbouw

• In de betekenis van ‘houtsoort’ voor het eerst aangetroffen in 1595
• samenstelling van  sandel  en  hout 

	enkelvoud	meervoud
naamwoord	sandelhout	-
verkleinwoord	-	-

Zelfstandig naamwoord

het sandelhout o

1. een bepaald houtsoort (Santalum album  of verwante soorten)

   • Van sandelhout wordt welriekende olie gewonnen. 

Afgeleide begrippen

• sandelhoutboom, sandelhoutpaard

Vertalingen

    1. een bepaald houtsoort (Santalum album of verwante soorten)   

Arabisch: صندل (ar) Duits: Sandelholz (de) Engels: sandalwood (en) Frans: santal (fr) Indonesisch: cendana (id)

IJslands: sandelviður (is) Japans: 香木 (ja) Noors: sandeltre (no) Portugees: sândalo (pt) Spaans: sándalo (es) m

Meer informatie

• Zie Wikipedia voor meer informatie.

Gangbaarheid

• Het woord sandelhout staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.