samenzweren
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: samenzweren (hulp, bestand)
- IPA: /ˈsamə(n)ˌzʋɪːrə(n)/
Woordafbreking
- sa·men·zwe·ren
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van samen en zweren
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
samenzweren /ˈsamə(n)ˌzʋɪːrə(n)/ |
zwoer samen /ˌzʋuːr ˈsamə(n)/ |
samengezworen /ˈsamə(n)ɣəˌzʋɔːrə(n)/ |
klasse 6 | volledig |
Werkwoord
samenzweren
- inergatief geheimelijk met anderen samenwerken ten nadele van een derde partij
- Bij wat bekend is geworden als de bouwfraudeschandalen, zwoeren bouwbedrijven samen om het rijk meer te laten betalen.
Afgeleide begrippen
Vertalingen
1. geheimelijk met anderen samenwerken ten nadele van een derde partij
Gangbaarheid
- Het woord samenzweren staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek van het Centrum voor Leesonderzoek uit 2013 werd "samenzweren" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie “Word Prevalence Values” op ugent.be