sacherijnig
- Geluid: sacherijnig (hulp, bestand)
- IPA: / ˌsɑxəˈrɛinəx / (4 lettergrepen)
- sa·che·rij·nig
- verdere vernederlandsing van chagrijnig
- afgeleid van sacherijn met het achtervoegsel -ig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | sacherijnig | sacherijniger | sacherijnigst |
verbogen | sacherijnige | sacherijnigere | sacherijnigste |
partitief | sacherijnigs | sacherijnigers | - |
sacherijnig
- (informeel) somber en geërgerd
- Haar vader riep "Kijk toch niet zo sacherijnig!" toen hij zag hoe ze in een hoekje met een ontevreden blik zat te chagrijnen.
- Het woord sacherijnig staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "sacherijnig" herkend door:
44 % | van de Nederlanders; |
47 % | van de Vlamingen.[1] |
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be