chagrijnen
- Geluid: chagrijnen (hulp, bestand)
- cha·grij·nen
de chagrijnen mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord chagrijn
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
chagrijnen |
chagrijnde |
gechagrijnd |
zwak -d | volledig |
chagrijnen
- onovergankelijk chagrijnig en/of slechtgehumeurd zijn
- Het woord chagrijnen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.