run over
- IPA: / ɹʌn ˈəʊvə /
- run over
vervoeging | |
---|---|
onbepaalde wijs | to run over |
he/she/it | runs over |
verleden tijd | ran over |
voltooid deelwoord |
run over |
onvoltooid deelwoord |
running over |
gebiedende wijs | run over |
run over
- overgankelijk omverrijden, overheen rijden, overrijden
- «A woman died after she was run over by a bus carrying participants of a festival, authorities said.»
- Een vrouw overleed nadat ze werd overreden door een bus met deelnemers van een festival, aldus autoriteiten.
- «A woman died after she was run over by a bus carrying participants of a festival, authorities said.»
- overgankelijk overschrijden (bijv. van een tijdlimiet)
- overgankelijk herhalen, opnieuw bekijken
- onovergankelijk overlopen, overstromen
- onovergankelijk luchtig over iets heenlopen (een pagina, een tekst enz.), doorlopen
(in België): overlopen
|
- [5]: to run over a page / a text
luchtig over een pagina / een tekst heenlopen