rugzijde
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- rug·zij·de
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van rug en zijde
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | rugzijde | rugzijden rugzijdes |
verkleinwoord | rugzijdetje | rugzijdetjes |
Zelfstandig naamwoord
de rugzijde m
- de kant van de rug, de achterkant
- Ze was volledig verbrand aan de rugzijde.
Vertalingen
Gangbaarheid
- Het woord rugzijde staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "rugzijde" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[1] |
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be