1. Rolstenen in een rivierbedding.
  • rol·steen
enkelvoud meervoud
naamwoord rolsteen rolstenen
verkleinwoord rolsteentje rolsteentjes

de rolsteenm

  1. (waterbeheer) in stromend water rondgeslepen steen
     Rolstenen zijn afgerond door botsen en schuren langs de rivierbodem. In een rivier ontstaan de gekromde breuklijntjes door het botsen van meegevoerde rolstenen.[2]
  2. (wegenbouw) (landbouw) zware cilinder van steen waarmee grond egaal gemaakt wordt
      Eerst moet ghy den dorschvloer omspitten, wel vast in taeie klay leggen, en met den zwaren rolsteen effen strijcken, en zoo dicht, dat 'er geen gras door henewasse.[3]
  3. cilinder van steen waarover een zwaar voorwerp rollend kan worden verplaatst
     Eerst werd het beeld aan een kant met behulp van vele krachten iets opgewrikt, zodat men er kleine stenen onder kon leggen. Daarna geschiedde hetzelfde aan de andere kant. Het was moeizame arbeid, maar allengs slaagde men er aldus in rode balken en rolstenen onder het stenen gevaarte te krijgen, waarna een begin kon worden gemaakt met het de provisorisch aangelegde helling op te zeulen.[4]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    Roderic Bosboom
    “Zuidelijke zwerfstenen”, Naturalis
  3. P. Virgilius Maroos Lantgedichten. (1932) in:
    J.F.M. Sterck e.a. (eds)
    De werken van Vondel. Zesde deel: Vondels Vergilius-vertalingen., De Maatschappij voor goede en goedkoope lectuur, Amsterdam, p. 192 r. 180-82
  4.   Weblink bron “Persepolis: in steen en stof geschreven geschiedenis ontrafeld” (2 februari 1972) op nrc.nl