Andere schrijfwijzen Niet te verwarren met: response


  • res·pons
enkelvoud meervoud
naamwoord respons responsen
verkleinwoord responsje responsjes

respons v/o

  1. antwoord (op een vraag)
  2. reactie (op een prikkel)
     President Biden brengt morgen een bezoek aan het rampgebied. Maar Weppner is niet onder de indruk: Ä day late and a dollar short', oftewel 'te weinig en te laat,'noemt hij de federale respons.[4]
  3. in een onderzoek: deel van de steekproef dat meewerkt en data produceert
  4. (religie) (christelijk) gezongen antwoord als deel van de liturgie
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[5]