respons
Niet te verwarren met: response |
- res·pons
- [1]-[3] via Middelnederlands respons van Oudfrans response "antwoord", in de betekenis van ‘antwoord, weerklank’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1265 [1][2][3]
- [4] van Latijn responsorium
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | respons | responsen |
verkleinwoord | responsje | responsjes |
- antwoord (op een vraag)
- reactie (op een prikkel)
- ▸ President Biden brengt morgen een bezoek aan het rampgebied. Maar Weppner is niet onder de indruk: Ä day late and a dollar short', oftewel 'te weinig en te laat,'noemt hij de federale respons.[4]
- in een onderzoek: deel van de steekproef dat meewerkt en data produceert
- (religie) (christelijk) gezongen antwoord als deel van de liturgie
- [3] non-respons
- Het woord respons staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "respons" herkend door:
97 % | van de Nederlanders; |
96 % | van de Vlamingen.[5] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ respons op website: Etymologiebank.nl
- ↑ "respons" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Weblink bron Ryan Hermelijn“Zorgen over verzekeringscrisis Florida groeien na orkaan Milton” (12-10-2024), NOS
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be