Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ren·te·voet
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord rentevoet rentevoeten
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

rentevoet m [1]

  1. de hoogte van de rente uitgedrukt in procenten gedeeld door 100
    • Het beleggerssentiment blijft positief en wordt verantwoord door de goede economie. Maar als mensen zelfgenoegzaam worden door een langdurige politiek van soepel monetair beleid en historisch lage rentevoeten, is Tina – There is no alternative (but accepting risk) - terug van nooit weggeweest. [2] 
    • Voor het vaststellen van de dekkingsgraad van pensioenfondsen is de rentevoet waarmee wordt gerekend bepalend. Tot 2007 werd gerekend met een vaste rente van 4 procent. Daarna werd de vaste rekenrente vervangen door simpel gezegd, de marktrente. Deze marktrente schommelt echter dagelijks en daarmee de dekkingsgraden van pensioenfondsen. [3] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

86 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. de Standaard 09/oktober/2017 Rik Dhoest
  3. Volkskrant Geert Wilders en Ino van de Besselaar 21 januari 2012
  4.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be