Pennsylvania-Duits

Uitspraak
Woordafbreking
  • reg·ge·re
Woordherkomst en -opbouw
  • Afkomstig van het Pennsylvania-Duitse woord Regge, dat van het Duitse woord Regen komt
vervoeging
tegenwoordige tijd, aantonende wijs, bedrijvende vorm
hele vervoeging zie reggere/vervoeging
onbepaalde
wijs
reggere
verleden
tijd
(er, sie, es) hot gereggert
voltooid
deelwoord
gereggert
enkelvoud meervoud
1e persoon ich regger mir / mer reggere
2e persoon du reggerscht dihr / der
dihr / der
dihr / der
ihr / er
ihr / er
nihr / ner
reggert
reggere
reggere
reggert
reggere
reggere
3e persoon er reggert sie reggere
sie reggert
es reggert
  1. «Vun Mundaag bis Dunnerschdaag hot es arrig viel gereggert
    Van maandag tot en met donderdag heeft het zeer veel geregend.

Werkwoord

reggere

  1. onpersoonlijk, (meteorologie) regenen
    «Vun Mundaag bis Dunnerschdaag hot es arrig viel gereggert
    Van maandag tot en met donderdag heeft het zeer veel geregend.
Hyponiemen
Opmerkingen

Werkwoord

reggere

  1. eerste persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van reggere

reggere

  1. tweede persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van reggere
Schrijfwijzen

reggere

  1. derde persoon meervoud tegenwoordige tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van reggere