Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·gen·boog·trui
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord regenboogtrui regenboogtruien
verkleinwoord regenboogtruitje regenboogtruitjes

Zelfstandig naamwoord

de regenboogtruim

  1. een trui voor de wereldkampioen wielrennen
    • De beroemde wielrenner haalde de regenboogtrui bij het wereldkampioenschap. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid