Nederlands

 
1. Een reflexcamera van Nikon uit 1959.
Uitspraak
Woordafbreking
  • re·flex·ca·me·ra
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord reflexcamera reflexcamera's
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de reflexcamerav / m

  1. (fotografie) fototoestel dat dankzij een spiegel in de zoeker precies het beeld laat zien dat wordt vastgelegd
     De man heeft niet alleen in 1889 de eerste reflexcamera met onmiddellijk terugkerende spiegel gebouwd, de Ultime, hij had ook een bijzondere en voor de tijd en het land verbazende zin voor marketing.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2.   Weblink bron
    R. Deltour
    Uit het leven van kunsten en letteren : Antwerpen in: Vlaanderen., 238 jrg. 40 nr. 5 (november/december 1991), Christelijk Vlaams Kunstenaarsverbond, Tielt op Digitale Bibliotheek voor de Nederlandse Letteren