Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • re·flex
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weerschijn’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1895 [1]
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘onwillekeurige reactie’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1860 [1]
enkelvoud meervoud
naamwoord reflex reflexen
verkleinwoord reflexje reflexjes

Zelfstandig naamwoord

de reflexm

  1. (medisch), (biologie) een onwillekeurige reactie op bepaalde prikkels
  2. een automatische handeling
    • Hij stapt over het lijk heen, nog steeds gebukt, je weet eigenlijk niet waarom je dat doet, want kogels vang je overeind net zo goed op als gebogen, maar het is een reflex om ze zo min mogelijk houvast te bieden, alsof je de hele tijd bang bent voor de hemel als je oorlog voert. [2] 
Hyponiemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen