• rechts·sys·teem
enkelvoud meervoud
naamwoord rechtssysteem rechtssystemen
verkleinwoord rechtssysteempje rechtssysteempjes

het rechtssysteemo

  1. geheel van bindende regels, hun handhaving en opvattingen over rechtvaardigheid voor een samenleving of voor een zelfstandig deel daarvan
    • In het Nederlandse rechtssysteem wordt de straf afgestemd op de mate van schuld en niet zozeer op de ernst van het gevolg. [2]
    • Scaevola leverde later het eerste zoogenaamde rechtssysteem; en Ofilius voegde er de Proces-orde aan toe. [3]
     En boven op de praktische tegenwerpingen kwam het rechtssysteem.[4]