Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·test·mars
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord protestmars protestmarsen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de protestmarsv / m

  1. optocht van groep lopende mensen die zo laten zien dat zij ergens tegen zijn
     Een groep van rond de honderd mensen is zaterdag begonnen aan een zevendaagse protestmars van Ferguson naar Jefferson City, de hoofdstad van de staat Missouri. Ze lopen de route van bijna 200 kilometer uit protest tegen het doodschieten van een ongewapende zwarte jongen door een blanke politieman.[1]
     Nog geen twee jaar geleden, Januari 1934, organiseerden de Engelse werklozen een nationale protestmars naar Londen, om te verhinderen dat een in de steunwet van 1934 voorziene verlaging van werklozensteun zou worden doorgevoerd.[2]
Synoniemen

Gangbaarheid

98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]

Meer informatie

Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Zevendaagse protestmars naar Jefferson City om schietpartij Ferguson” (29 november 2014) op volkskrant.nl
  2.   Weblink bron “Advertentie” (09-11-1936), De tribune, soc. dem. weekblad, Amsterdam., p. 7.
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be