proefdruk
- proef·druk
- samenstelling van proef en druk [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | proefdruk | proefdrukken |
verkleinwoord | proefdrukje | proefdrukjes |
de proefdruk m
- de eerste afdruk van een drukwerk dat nog gecontroleerd kan worden voordat het definitieve drukproces begint
- De proefdruk van Memoires van een componist ligt op zijn bureau. Per draaistoel zwiert Loevendie af en toe naar de Bechstein-piano die erachter staat, om wat voor te spelen of te pingelen als een vraag hem niet bovenmatig boeit. Het bureau is een schatkist van informatie. Aan de kast hangt een fluwelen colbert voor de concerten die hij bezoekt of geeft: alleen nog op piano want op zijn hoofdinstrumenten (sopraansax en klarinet) zou hij zijn door glaucoom geplaagde ogen blind blazen.[2]
1. de eerste afdruk van een drukwerk dat nog gecorrigeerd kan worden voordat het definitieve drukproces begint
- Het woord proefdruk staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "proefdruk" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[3] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ NRC Mischa Spel 9 maart 2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be