Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pro·ces·recht
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord procesrecht procesrechten
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

het procesrechto

  1. (juridisch) het geheel van rechtsregels betreffende het instellen van rechtsvorderingen en de tenuitvoerlegging van vonnissen en beschikkingen
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid