• pro·ble·ma·tisch
  • Afkomstig van het Duitse woord problematisch, dat uit het Grieks komt.
  • afgeleid van problema met het achtervoegsel -isch
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen problematisch problematischer
verbogen problematische problematischere
partitief problematisch problematischers -

problematisch [1]

  1. een probleem vormend; een probleem veroorzakend
    • Dit maakt het een nog problematischere aangelegenheid. 
    • Of het nu van links of van rechts komt, het basisuitgangspunt is dat bevolkingsgroei inherent problematischis, en bij voorkeur vermeden moet worden. Maar klopt dat wel? Een blik op de wereld en haar geschiedenis doet eerder het tegenovergestelde vermoeden. De afgelopen anderhalve eeuw groeide de wereldbevolking van 1,6 naar 7 miljard zielen, maar in plaats van dat het slechter ging, werden we in die tijd welvarender, beter gevoed, gezonder, geletterder en gelukkiger. Zou het kunnen dat een groeiende bevolking meer problemen oplost dan ze creëert, en dat bevolkingsgroei in Afrika juist welkom is? En wat betekent die groei voor het klimaat? [2] 
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]


stellend vergrotend overtreffend
problematisch
problematischer
am problematischsten
alle verbuigingsvormen

problematisch

  1. problematisch