presuppositie
- pre·sup·po·si·tie
- afgeleid van suppositie met het voorvoegsel pre-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | presuppositie | presupposities |
verkleinwoord | - | - |
de presuppositie v
- iets dat men vooraf als mogelijk of vaststaand aanneemt, een vooronderstelling
- (wiskunde) een aan een propositie verbonden impliciete aanname of een hiermee verband houdend vaststaand objectief feit (axioma)
1.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord presuppositie staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.