• po·zo·ro·vá·ní

pozorování o

  1. het observeren, observering, waarneming; gericht via het zicht van iets kennis nemen
  2. observatie; een feit vastgesteld door observering [1]
  3. (medisch) observatie; een langer verblijf van een ziek persoon in een medische instelling waarbij de ontwikkeling van zijn gezondheidstoestand wordt vastgesteld
  1. dívání o, sledování o, (spreektaal) koukání o
  2. zpozorování o, postřeh monbezield
  3. sledování o