Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • pot·pour·ri
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘mengelmoes’ voor het eerst aangetroffen in 1832 [1]
  • uit het Frans [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord potpourri potpourri's
verkleinwoord potpourrietje potpourrietjes

Zelfstandig naamwoord

potpourri m/o [3]

  1. iets wat bestaat uit een samenraapsel van fragmenten uit andere werken, knip-en-plakwerk
    • Met een omzet van ruim een half miljard euro per jaar is dance het grootste Nederlandse muzikale exportproduct. ,,Wij weten op het juiste moment welke muziek aanslaat. Kijk naar Caro Emerald, die succes heeft met haar potpourri van oude stijlen. Of Within Temptation met dat gothic-achtige metal. En naar de dance die ooit in Detroit en Chicago zijn oorsprong vond, maar die door onze dj's uit de underground werd gehaald. [4] 
    • De geluidsfragmenten zijn ook minder concreet. Een potpourri van verwijzingen naar de apostel Paulus, Damascus, een dronken chauffeur, een herder, een cartograaf en meer. Er zijn zinspelingen genoeg op het eiland. Wat er precies bedoeld wordt, blijft onduidelijk. Het is het relaas van een gek, in duizend stukjes geknipt. [5] 
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

88 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[6]

Meer informatie

Verwijzingen